#3 Stervelingen - Mag je ook zwijgen over je dood?
Sterven doe je voor een groot deel niet alleen. Er zijn de mensen die voor je zorgen. De mensen die van je houden. De mensen die jou gedwongen moeten uitzwaaien en achterblijven. En iedereen heeft in dat proces angsten, wensen en noden. Maar wat als die niet overeen komen? Of wat als jullie niet de goede taal vinden om elkaar iets duidelijk te maken? Wie mag dan kiezen? Van wie is iemands dood eigenlijk?
In deze derde aflevering van 'Stervelingen' gaan we de bergen in met een jonge vrouw die schaapsherder werd en niet wilde praten over haar naderende levenseinde en luisteren we naar een zangeres die met muziek voor verbinding zorgt, daar waar gesprekken niet toereikend zijn.
Met dank aan Eva Cukier en Pieternel van Amelsvoort.
Deze 3-delige podcast 'Stervelingen' laat mensen aan het woord die vanuit hun eigen perspectief vertellen over de dood. Sterfelijk zijn we allemaal. Terwijl ons leven zo maakbaar lijkt. We kunnen de dood meer dan ooit uitstellen. Het leven oprekken. Maar wat doen we, als de dood toch komt? Hoe spreken we er over? Hoe gaan we om met het naderende einde, en hoe vullen we de resterende tijd in? Mogen we daar allemaal verschillend mee omgaan? Maar wat als je er niet over wilt praten?
De podcast is gemaakt door Slowpony (makers van Audiocollectief SCHIK), in samenwerking met de RVS.
#3 Stervelingen - Mag je ook zwijgen over je dood?
VOICE-OVER: Zo'n 20 jaar geleden kwam Pieternel van Amelsvoort, een zangeres, voor het eerst aan bij Les Gaillards
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: Les Gaillards. Dat was een groot oud mijnbouw huis, maar dan meer een herenhuis achtig uitgestrekt gebouw. Daar woonde twee mannen die heel vrij waren en die alles met kunst aan elkaar plakten.
VOICE-OVER: Deze mannen stelden dit huis in Frankrijk open voor vakantiegangers en kunstliefhebbers.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: Daar werden cursussen gegeven. Maar er waren ook mensen die daar naartoe konden voor een laatste vakantie, omdat ze een terminale ziekte hadden
VOICE-OVER: Het was een plek waar stervenden en nog-niet-stervenden samen konden en moésten leven.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: En ik vond het wel heel bijzonder als je daar kwam als gezond persoon, je wist vaak helemaal niet dat het zo'n plek was. Dan werd wel meteen zegt: belangrijkste momenten zijn hier: koffie drinken, eten, en daarbij ben je verplicht aanwezig. En als jij toevallig zit, naast degene die z'n handen niet kan gebruiken, dan zorg je dat jij dat diegene zijn eten of drinken ook binnenkrijgt.
VOICE-OVER: En niet enkel de diners werden op deze manier voor iedereen mogelijk gemaakt.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: Ik weet nog op gegeven moment was er een man met reuma die ik geloof 17 jaar niet uit het verpleeghuis was geweest, en die had zich opgegeven voor die schildercursus. Maar die kon zijn armen amper bewegen dus wat deden ze, ze hebben een hele rol behangpapier gepakt, die man in bed gelegd en langs dat behangpapier gelopen en die kwast in z'n hand gestopt.
VOICE-OVER: Hier konden mensen die gingen sterven iets wìllen..
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: Hè of een vrouw die die zei: ik zou zo graag nog een keer op het gras liggen. Gewoon op het gras liggen. Die hebben ze gewoon op het gras gelegd, die had MS, die kon, zat in een rolstoel.
VOICE-OVER: Ook was er een man met ALS die zo ziek was dat hij enkel nog een lendendoekje op zijn lijf verdroeg.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: En die wilde eigenlijk naar de disco en eh. Dat hebben ze gedaan. Ze hebben hem gewoon op de brancard in de ziekenwagen naar de disco gebracht en ze zijn daar een hele avond geweest met die man op z’n brancard.
VOICE-OVER: Maar niet elke wens was een feestje.. Zeker niet voor de mensen errond.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: En ja, op een gegeven was er ook iemand toen was die inmiddels overleden met ALS, en die heeft toen gezegd dat niemand hem meer mocht aanraken na zijn dood, en dat was heel heftig voor de nabestaanden. Want hij had een enorme kring van mensen die alles voor hem deden. Hij kon niks meer, hij lag. Alles werd met vreemde handen aan zijn lijf gedaan en dat had ‘ie zo heftig gevonden, dat ie zei: na mijn dood graag mijn lichaam in ere laten en niet meer aanraken. Terwijl voor die mensen die voor hem gezorgd hadden dat heel heftig was. Want die wilden 'm, nog voor hem zorgen, nu die dr niet meer was, ja, ik heb daar vooral gezien: het perspectief van degenen die gaat sterven is totaal anders dan degene die achterblijft.
VOICE-OVER: Sterven doe je voor een groot deel niet alleen. Er zijn de mensen die voor je zorgen. De mensen die van je houden. De mensen die jou gedwongen moeten uitzwaaien en achterblijven.
En iedereen heeft in dat proces angsten, wensen en noden. Maar wat als die niet overeen komen? Of wat als jullie niet de goede taal vinden om elkaar iets duidelijk te maken? Wie mag dan kiezen? Van wie is iemands dood eigenlijk?
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: Van wie is jouw dood.. vind ik best een lastige..
Van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving is dit 'Stervelingen'. Een podcast op zoek naar manieren om misschien beter te kunnen samenleven met de dood.
EVA CUKIER: Uhmm.. je kunt niet iemand dwingen om ergens over te praten waar die niet over wilt praten. Tegelijkertijd probeer je dat natuurlijk wel. Maar het kan ook leiden tot conflicten.. tot frictie, en de vraag is of je dat iemand in die situatie ook wilt aandoen.
VOICE-OVER: We denken vaak aan het sterfbed als een plek waar geheimen worden onthuld, ruzies eindelijk opgelost, liefde op het nippertje nog prijsgegeven. Het is een plek waar wordt gesproken… Maar wat als degene die gaat sterven niet wil praten. Geen angsten wil bespreken. Niet wil brainstormen over de ideale begrafenis. Of niet eens het wachtwoord van de computer op een papiertje wil schrijven. En wat als die persoon je eigen zus is..
EVA CUKIER: Mijn naam is Eva Cukier. Ik ben journalist en ik ben de zus van Roos. Roos was mijn enige zus. Ze was anderhalf jaar ouder dan ik, en we zijn samen opgegroeid in een heel klein dorpje in noord Groningen.
Dat dorpje bestond uit een één straat met een café, een voetbalveld en een kroeg, en ja, het was een heel vrij en avontuurlijk bestaan daar in dat dorpje. Ik was best wel druk en extravert en ja altijd heel sociaal met andere bezig, en zij was meer introvert en nadenkend, maar ze was wel dat de leider dus als we spelletjes deden, was zij altijd de baas
En ze had als kind ook al heel veel vragen over het leven en over de dood. Ja, ik heb daar niet een concreet voorbeeld van want ja, Ik was natuurlijk ook klein, maar ik weet wel dat ze altijd wel veel nadacht over over de dingen.
En wij gingen allebei naar naar de middelbare school in Groningen en daar kwam zij, eerder dan ik, in het best wel een alternatieve wereld terecht van hippies en krakers en feesten en wilde avonturen. Heel erg een pad van buiten de gebaande paden met mensen die hun eigen pad kozen en eigenlijk helemaal niet zo veel te maken wilden hebben met de maatschappij
En na de middelbare school ging zij filosofie studeren en ik Russisch, want onze ouders, die zeiden altijd, doe maar studeer. Maar wat je leuk vindt wat je interessant vindt, want in je leven ga je toch iets anders doen.
Maar goed Roos die woonde in die periode in een in een kraakpand. En ze zat daar niet heel erg lekker in haar vel en uiteindelijk, toen een vriend haar op een dag vroeg of ze zin had om met hem naar Portugal te lopen, heeft ja gezegd en is met hem meegegaan en die vriend die zwierf al sinds zijn afstuderen van de middelbare school zwierf die door door door Europa door Frankrijk had twee paarden en het einddoel was Portugal en hij vroeg haar. Waarom ga je niet zomaar mee, dus is meegegaan en zodoende liepen zij met zn tweeën, door Frankrijk richting Portugal en dus naar de pyreneeën met die twee paarden en eh.
Nou ja, samen trokken ze dus rond zonder geld met bijna geen eten. En echt ja, als een soort moderne landlopers en toen ze de bergen overtrokken, de pyreneeën dus richting Portugal, werd één van die paarden ziek. En toen moesten ze afdalen. En toen zei ze over een klein slingerpaadje helemaal naar beneden gelopen. En daar stond in huis ehm en daar wonen man met een kudde schapen. En daar mochten ze blijven om hun paard te verzorgen en een tijdje rond te kijken. En het was een aardige man. Dus nou ja, ze bleven daar een paar maanden en op een dag belde ze op naar mijn ouders in Nederland. En toen zei ze: ik kom niet meer terug, want ik ben verliefd. En wat bleek nou, ja, ze was verliefd geworden op die schapen en daarna op die man. Tenminste zo herinner ik het me, zo vertel ik het altijd.
Ze was eerst verliefd geworden op die schapen. Op die kudde op het leven daar in de bergen en daarna op die man en die man die was schaapherder en die had 200 schapen en die woonde in een heel ja oud, stenen, huis midden in de bergen, helemaal aan het eind van een hele lange slinger weg echt in the middle of nowhere,
Zij zei toen, ik ga filosofie in de praktijk bedrijven, en dat was voor haar ook het idee dat ze hè in de natuur. Ze vond hij daar haar dat haar plek daar en dat ze in die natuur met die schapen de dieren en ook dat hele die hele cyclus van leven en dood en bergen en seizoenen dat je daar zo één mee bent.
Als Roos de bergen in ging met haar schapen dan liep ze daar heel stoer en fier, en ze wist precies wat ze moesten doen en die kudde ja die die volgde haar natuurlijk. Zo'n, kudde die als zo'n, grote school vissen, over de bergen deint, zeg, maar dat is heel mooi om te zien in die slierten schapen die 's avonds van boven naar beneden komen een paar 100 achter elkaar met bellen en gemekker? Dat is een heel indrukwekkend gezicht. Ik heb dat heel vaak meegemaakt. Ik ben natuurlijk heel vaak mee geweest ook.
Maar tegelijkertijd. Het lijkt heel idyllisch schaapherder in de bergen. Het is een keihard bestaan. Het is echt heel zwaar. Je bent altijd met die beesten de weer eh. Ze worden vaker ziek, zijn, allerlei dingen waar je op moet letten, beren dus beheren die kunnen kunnen aanvallen, s avonds of 's nachts, dus het was ook heel hard werken en dag en nacht. Het houdt nooit op, dus ze had ook nooit tijd voor iets anders.
Ik denk zo'n 15 jaar nadat ze naar Frankrijk was vertrokken, is ziek geworden. Ze was toen: begin 30 en ze had net een dochter gekregen. En toen werd er borstkanker geconstateerd. Die was wel ver gevorderd, maar er was wel te behandelen, ze is geopereerd, ze is bestraald, ze heeft chemo gehad en na verloop van tijd was die kanker weg. Dus ze was genezen verklaard.
En dat was natuurlijk ontzettend goed nieuws en ze was ontzettend blij. En ja, daar gaat weer een soort nieuwe horizon. Gaat er voor je open, een toekomst
Ehm na twee jaar bleek na twee jaar bleek die kanker toch weer teruggekomen en ook uitgezaaid op verschillende plekken in haar lichaam. En dat is vrij laat ontdekt, waardoor de al meteen een soort paniek was van oh. Komt dit nog wel goed
Dus je leeft echt ja bij de dag, dat is een beetje een cliché, maar of bij de week je leeft eigenlijk van behandeling naar behandeling van chemo naar chemo en die impact op haar leven was natuurlijk enorm. Maar roos die pas niet iemand om dat te laten zien, die wilde niet dat andere haar ellende zagen of dat ze haar zagen leiden. En het was ontzettend nuchter en ze was echt een doener, dus ze is ja, ze verdronk zich in haar werk.
Met haar armen in dat verband hakte ze hout. Ze was op een dag, vertelde een arts vertelde me dat later, is een keer met een vrachtwagen vol schapen is naar de chemo gekomen in het ziekenhuis en parkeerde studies die vrachtwagen vol schapen op de parkeerplaats. En dan ging ze de chemo en dan reeds daarna weer naar huis. Om met die beesten iets te doen, en het was niet dat ze dan niks voelde of zo, ze was echt heel erg ziek, daar vaak van ze moesten we echt vaak van bijkomen – was echt vaak erg ziek, maar dit soort dingen deze toch, als ze het kon dan deed ze dat toch.
Roos was niet echt een prater als ik het moeilijk heb. Ik ben extravert en en praten en als ik het moeilijk heb of als ik ergens mee zit, dan dan wil ik daarover praten. Maar zij was dat niet was helemaal geen. Prater was best wel gesloten en zeker als het ging over een moeilijke persoonlijke onderwerpen. Dus voor haar was dat helemaal niet. Natuurlijk, dus je moest daar echt een beetje. Nou ja, dwingen, dat doe je natuurlijk niet, maar echt een beetje pushen daarin
Kijk mijn moeder en ik waren in Nederland 2000 kilometer verderop en dan is de enige wat je kunt doen, is praten. En als je dan met iemand moet praten die er zelf niet altijd veel behoefte aan heeft, of dat moeilijk vindt, dan is dat dubbel zo lastig. Natuurlijk.
Na, ik had veel meer behoefte. Toch om mijn angsten bespreekbaar te maken. De vraag is of je dat moet doen met degene die die angst er waarschijnlijk nog 1000000 keer meer doorleeft dan jijzelf. Ik heb het wel eens vergeleken met een tenminste wat ik zelf voelde met een soort plaatsvervangende doodsangst dat je zo bang bent dat je degene van wie je zoveel houdt, overlijdt dat je daar zo door wordt gegrepen en dat je dat zo in paniek ook brengt dat je dat, ja, dat dat het op een hele grote impact op je eigen leven heeft, dus dat was op mijn leven een heel grote impact, maar tegelijkertijd kan dat niet echt weg. Je moet het niet met met diegene bespreken, misschien die dat aangaat.
Tegelijkertijd probeer je het natuurlijk wel, en we hadden wel dusdanig goede en nauwe band, hechte band dat ik haar daar ook wel mee confronteren. Dat heb ik ook wel gedaan. Zeker wel, maar het leidde ook het kan leiden tot conflict, conflicten tot frictie. En de vraag is of je dat in die situatie iemand ook nog wel de aandoen.
Maar we spraken dr, wel over hoorde. Ik heb er vaak genoeg aan de telefoon gehad, in tranen ehm en en en de stress en de paniek, maar tegelijkertijd echt tot de kern komen. Ik ga dood of ik ben bang voor de dood. Of hoe moet dat? Dat hebben we eigenlijk nooit gedaan.
Er is uiteindelijk wel een moment geweest waarop het duidelijk was. Oké duurt nog een paar maanden, dat hebben we de arts op een gegeven moment gezegd. Dat was een soort soort mokerslag eh. En dan komt op een gegeven moment komt er een moment waarop je ook over die praktische dingen die bij een naderende overlijden komen kijken dat je daarover moet nadenken en dat je erover moet praten.
Hoe wil je je nalatenschap organiseren? Zij was inmiddels gescheiden van haar man. Hoe wil je de opvoeding verder van je dochter? Wat kunnen wij doen als jij dat niet meer bent, om te zorgen dat jouw wat je alles wat je achterlaat – en jouw dochter, op de allereerste plaats dat dat voort blijft bestaan? Dat gesprek had ik wel graag met haar willen hebben en dat is daar is, dat wilde ze niet. Dat was een confrontatie met haar eigen dood.
Ze liep daar ver weg, letterlijk of ze werd boos of geïrriteerd of verdrietig. Ze raakte vaak in paniek en je zag en alles aan haar dat ze bezig was, continu bezig was zichzelf bij elkaar te houden en uiteindelijk is dat testament er dus ook nooit gekomen. Maar dat wisten wij niet, want ze, ze is vrij plotseling overleden aan een inwendige bloeding.
En toen wij in Frankrijk waren. Wij zijn natuurlijk meteen daarnaartoe gegaan, bleek dus ook dat ze geen testament had, maar ook om erachter te komen moet je eerst bijvoorbeeld weten of iemand een notarissen in haar armen heeft genomen? Dus dat vertaalde zich gewoon serieus in boekjes, papieren doorzoeken, lades openen, zoeken naar gegevens zoeken naar een document waar misschien iets staat in een computer. Zulke wachtwoorden zoeken van een telefoon, laptop en als iemand niks heeft geregeld en niks heeft achtergelaten, al is het maar een klein, een krabbeltje met. Dit is het wachtwoord van mijn computer, of dit is dit is de notaris of hier. Met deze persoon heb ik dingen besproken als dat er allemaal niet is. Daar moet je alles zelf doen, maar kom je ook voor een heel logistiek probleem te staan op het moment dat je dat natuurlijk helemaal niet kunt handelen.
We hadden het wel verwacht, want ze wilden zo niet erover praten. En ja, ze heeft toch de hoofd en het zand gestoken, maar toch is het een, het is toch een ja, het is toch een. Ik was ook wel erg verbaasd. Toch, ondanks dat alles – ik dacht jeetje, ze heeft echt niks op papier gezet en tegelijkertijd spreekt daar natuurlijk ook een enorm vertrouwen uit dat je gewoon alles achterlaat. Ten eerste, vertrouwen in het feit dat je verder dat je toch doorleeft door een één of andere mirakel hè niet overlijdt. Dit is een soort vertrouwen, vond ik dat ook in haar zelf, maar ook wel vertrouwen in je omgeving dat je weet dat dat je omgeving dit gaat oplossen en dat het goed komt.
Ze is nu twee jaar geleden, is ze overleden en ik denk dat ik nu meer begrip heb voor haar keuze, of haar keuze, haar waarom ze niet erover wilde praten, of haar onmacht om daarover te praten. Maar ook respect voor het feit dat zij die keuze heeft gemaakt en dat zij het op haar manier heeft gedaan en in eerste instantie hè. Daar ben ik ook heel eerlijk in. Was dat verschrikkelijk moeilijk en en als ik daar verbaasd over en ook verdrietig en boos. Maar achteraf denk ik van ja, ze heeft het zo gedaan, zei hij heeft daar Elk. De eigen manier is het eind van haar leven tegemoet gegaan
VOICE-OVER: Het einde van je leven tegemoet gaan, dat kan op vele manieren. Mét woorden, maar ook zonder.. Maar in de maatschappij waarin we vandaag leven, eentje waarin hard wordt gewerkt om de dood bespreekbaar te maken, is zwijgen niet altijd een populaire keuze. En in hoeverre mag je dan alsnog voor de stilte kiezen..
EVA CUKIER: Ja, precies dat ze een beetje de vraag, het is zo, het is zo, dat is, denk ik, het is zo.We vinden het zo vanzelfsprekend om over alles te praten en alles bespreekbaar te maken. En we hebben daar zoveel middelen en tools instrumenten voor gevonden, en zeker ook in de in de in de ziekte waar zij aan is overleden. Borstkanker en zeker, dat komt natuurlijk ook veel bij jonge vrouwen.
Voor ehm is daar ook een soort van de wereld in gecreëerd, met glossy tijdschriften en met podcast en met organisaties en met allerlei middelen om het bespreekbaar te maken. En dat is ontzettend mooi en goed en ik sta daar helemaal achter en mijn zus stond er ook helemaal achter, maar tegelijkertijd niet iedereen heeft daar behoefte aan, en niet iedereen wil dat en, ja ik ik, ik kan ik, ik kan dat niet. Ik heb het niet zelf ervaren, natuurlijk, maar dat je – ik kan me wel voorstellen – dat dat een soort druk op je legt waar je maar net mee om moet kunnen gaan.
VOICE-OVER: De druk van zij die rond je staan. Want sterven doe je uiteindelijk voor een groot deel niet alleen. En iedereen heeft iets ànders nodig.
EVA CUKIER: Ja precies. We hebben zoveel mensen om ons heen die iets van ons willen en zeker op zo'n moment dat je ziek wordt en dat je weet dat je niet meer beter wordt, wordt er zoveel van je verwacht. Maar als je dat niet wil of als je daar niet aan voldoen, aan die verwachting moet je dan andere gaan pleasen bij wijze van spreken of voldoen op het op het moment dat daarmee het het meest toe doet in je eigen leven. De laatste weken of maanden van je leven voor jezelf of voor de andere voor je omgeving dingen doet en van haar weet ik dat ze zich ook ontzettend verantwoordelijk voelde
Ze zag natuurlijk donders goed. Hoe hoe verschrikkelijk het was voor haar omgeving en die verantwoordelijkheid die je dan voelt als als middelpunt daarvan. Als veroorzaker daarvan is een is een hele grote verantwoordelijkheid. Ik weet niet of we daar genoeg aandacht voor hebben die je hebt naar je omgeving toe en dat is echt best wel een hele zware last.
VOICE-OVER: Een last die nog zwaarder woog door kilometers en kilometers afstand.
EVA CUKIER: Kijk, als je bij elkaar bent, dan kun je natuurlijk elkaar vasthouden en dan kun je ook dingen doen zonder dat je hoeft te praten. Maar als je op afstand woont en alleen maar een telefoon hebt en dan ook nog in de bergen, waar ze vaak geen bereik had, dan moet je praten, en dat is wel iets. Nou ja, wat ingewikkelder maakt om over moeilijke dingen of over dood en rouw te praten. Als je dat alleen maar met woorden kunt doen.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: Een lied of een of een gedicht. Dat geeft zoveel ruimte en je kan die emotie daarin voelen en je kan ook voelen van we zijn er nog ik...ik kan je nog altijd zien, dus ik. Ik denk dat dat daar heel veel mogelijkheden liggen om naast... praten is vast ook heel heel goed voor heel veel mensen. moet. Ben ik helemaal niet tegen, maar eh de taal, de andere taal van van de kunst is dat dan eigenlijk... Ik denk dat die heel veel kan toevoegen.
VOICE-OVER: Pieternel, de zangeres, had in Les Gaillards gezien wat kunst kon betekenen in iemands laatste maanden.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: En omdat er zoveel aan kunst gedaan werd: ik stond ook wel gelijk te zingen, hè met eten in de bocht van de vleugel bij wijze van spreken. er was wel iemand die piano kan spelen. Nou kun je dit. Kun je dat? Ja oh ja, nou hup.
VOICE-OVER: En er was één moment, een lied, dat haar leven voor altijd zou veranderen. Tijdens haar verblijf had Pieternel van een vrouw met MS het lied Parler moi dámour geleerd, en dat wilde ze op een avond opvoeren. Eén van de uitbaters van Les Gaillard, Aristos, begeleidde haar op de piano, terwijl de andere uitbater, Gerrit, met haar danste, en zij zong.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: En ik weet nog dat ik zei: 'Gerrit. Ik wil eigenlijk, het laatste refrein wil ik naar de mensen toelopen en ze toezingen. Dat kwam ergens vandaan. Ik weet niet – en dat, dat deden we dus hij ging heel mooi zitten en liet mij gaan en ik, ik liep langs de gezichten en ik zong een 'parler moi d'amour' voor die mensen en ik, het bijzondere was dat ik ze dus recht in de ogen kon kijken en dat zij terugkeken, en dat ze open waren, daar was geen valse schaamte, dus ik keek recht in de ziel. En zij andersom met mij ook, ik was ook open.
En dat, dat was het geheim – denk ik dat er geen valse schaamte was en dat je die niet meer nodig hebt als de dood in de buurt komt en dat ie in ons in het leven vaak tegenhoudt om waarachtig te zijn.
VOICE-OVER: Pieternel vroeg zich na deze ervaring af of ze nog meer mensen op deze manier kon bereiken. Zo ontstond de stichting Diva Dichtbij.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: Een Diva is een professionele zanger, of zangeres. Ja, en dan heet het een Divo als het een zanger is, maar eh. En die die komt in een huiskamer of bij iemand aan bed. En dan dan zingt ze.
VOICE-OVER: Diva's treden op voor mensen die langdurige zorg nodig hebben, bijvoorbeeld in verpleeghuizen. Een diva arriveert daar met een speciale kar en een mooi kostuum aan.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: Hè, het theater komt naar u toe. Dat komt naar binnengerold en ze stelt zich voor, ze gaat zingen. Ze laat de mensen even op afstand aan haar wennen, en dan daarna. Op een gegeven moment dan ziet ze bij wijze van spreke, bij iemand gaan de ogen twinkelen en dan gaat ze daar naartoe. En dan merkt ze wel hoever ze moet gaan of niet.
VOICE-OVER: Zo houdt een diva soms de handen vast van de mensen voor wie ze zingt, of legt ze zelfs haar voorhoofd tegen dat van de ander.
PIETERNEL VAN AMELSVOORT Het is heel kwetsbaar, maar als je bedenkt: de mensen voor wie zingt, zijn net zo kwetsbaar.
VOICE-OVER: Als diva zingt Pieternel ook voor mensen die terminaal zijn. Al is dat niet altijd zo vanzelfsprekend. Zo werd haar al eens afgeraden om haar kunsten aan te bieden..
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: En toen was ik in een huis en ik moest allemaal individuele voordeuren afgaan. Zo van: ik had een hele route waar ik langs moesten: nee, die moet je wel overslaan, want daar ligt een een vrouw en die is terminaal en nou, dat moet je maar niet doen. Dat vond ik zo'n rare opmerking. Ik zei van dat kunnen we toch even vragen?
Dus ik ben toen naar binnengegaan en ik liet haar zien mijn lijst met repertoire, wat ik had en ze koos 'We'll Meet Again' als lied. En haar gezin was in die ruimte.
Die familie was niet bij dat bed, maar die was in die ruimte, bij haar vandaan bezig met dingetjes.
En zij koos heel bewust dat lied, dat was meteen duidelijk. En ik dacht zo, dat is een lied om te kiezen als je gaat sterven. Dus ik zong dat en wij hadden een connectie van oog.... weet je, dat ging niet los tijdens het hele lied. En dat gezin dat kwam natuurlijk ja, paf naar bed toe en die waren allemaal helemaal in tranen.
Dat was onnavolgbaar... en en ik had ook het gevoel dat zij daarmee iets aan haar gezin gaf. Wat ze misschien niet met woorden kon zeggen, maar wat wel gecommuniceerd is op dat moment met dat lied.
Misschien was het voor haar zelfs een manier om om hen te laten weten dat het goed was en dat ze dat ze niet bang hoefde te zijn.
VOICE-OVER: Pieternel ziet steeds opnieuw hoe kunst soms datgene kan uitdrukken, wat onze mond niet tot woorden gevormd krijgt. Ze ziet het in haar werk als diva, in haar verblijven bij Les Gaillards, maar ook zag ze het nog dichterbij..
PIETERNEL VAN AMELSVOORT: Mijn zus, die is ook niet van praten en die had toen mijn broer overleden was - we waren met zn drieën als een plank uit een ronde schijf uit de boom, en die had ze zo bij zich en die liet ze zien, hè: Dit zijn wij met zn drieën. En toen bleek dat er drie losse stukken waren, maar dat kon je helemaal niet zien, want het zat aan elkaar. Maar ze konden die weer losmaken en toen legde ze het deel van Herman legde ze op zn kist. En nu zijn wij nooit meer.... wie we zijn, weet je ik... we zijn niet meer compleet, want er ontbreekt een stuk en toen, toen deed ze die twee stukken die over waren, die bracht ze naar elkaar toe en toen zei ze: maar kijk, als wij bij elkaar zijn, is hij er altijd ook, want je ziet precies die afdruk van hem, die ontbreekt. ja, dan denk ik. Ja, dat kan ik niet in woorden aan evenaren wat zij kon zeggen, over mijn broer.
VOICE-OVER: Pieternel en haar zus namen afscheid van hun broer… Elk namen ze hun deel van de dwarsdoorsnede van de boomstam mee naar huis. Het deel van Herman werd met hem begraven. Ook Eva moest afscheid nemen, nadat haar zus Roos was gestorven zonder veel woorden en wensen achter te laten.
En wat ik trouwens wat ik wel wat ik nog wel vertellen. Ze had niks eigenlijk echt aan wensen achtergelaten of aan lijstjes of wat dan ook, maar ze had wel één keer heeft uitgesproken waar ze wilde dat haar as uitgestrooid zou worden. En dat was op haar lievelingsboek plek in de bergen hoog in de bergen. Op een heel moeilijk begaanbaar stuk berg, wat er echt best wel een tour is om daar te komen, en daar zijn we uiteindelijk maanden na haar dood, zijn we met een groep familie en vrienden, zijn we daar naartoe gegaan met haar as? Die hadden we op op een paard geladen, dus die urn. Die hadden we op haar paard gezet en daarmee zijn we naar boven gelopen, met zn allen. En uiteindelijk hebben we haar daar in de bergen haar als zo de bergen in gestuurd. En dat was gewoon ontzettend mooi afscheid en ik weet ook dat ze is op de plek waar ze thuishoort
VOICE-OVER: Sterven doe je voor een groot deel niet alleen. Maar wat daarna komt, nadat je gestorven bent... dat ligt in de handen van anderen. In de handen van zij die zullen blijven zoeken naar hoe je dat doet: samenleven met de dood.
Dit was de laatste aflevering van Stervelingen. Een podcast van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving op zoek naar manieren om misschien beter te kunnen samenleven met de dood.
Heeft u naar aanleiding van het luisteren naar deze podcast behoefte aan hulp of steun, ga dan naar www.mindkorrelatie.nl. Wilt u meer weten over dit project, de sprekers in de podcast of wilt u reageren, dan kunt u naar: www.raadrvs.nl/stervelingen. De podcast is gemaakt door Slowpony in samenwerking met Jeannette Pols, Ageeth Ouwehand, Myrthe Lenselink en Laura Hartman van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.