Nationaal belang in meervoud

De politiek legitimeert Nederlands optreden bij internationale aangelegenheden vaak door aan te sluiten bij ‘het nationaal belang’. Maar dit concept is alleen bruikbaar als het niet eenzijdig economisch wordt ingevuld. Bovendien dient de politiek wendbaar om te gaan met de spanning tussen nationale en internationale oriëntatie en is een brede maatschappelijke discussie over Nederlandse belangen bij internationale aangelegenheden wenselijk. Dat blijkt uit de twaalf essays die de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) bijeenbracht in de op 1 juli verschenen essaybundel ‘Nationaal belang in Meervoud. Perspectieven op internationale politiek’.

Internationalisering en een stabiele samenleving

In de essaybundel Nationaal belang in meervoud agendeert de RMO de invloed van internationalisering op de stabiliteit van de Nederlandse samenleving. In een Nederland dat meer onderdeel is van de wereld en in een wereld die meer onderdeel is van Nederland, is de grens tussen nationaal en internationaal soms lastig te trekken. Dit was voor de RMO aanleiding om een aantal denkers te bevragen op het thema ‘Nederlands belang in internationaal perspectief’

Een divers nationaal belang

De essayisten laten vanuit verschillende invalshoeken zien dat ‘het’ nationaal belang niet bestaat en net zo complex en gelaagd is als de grensoverschrijdende onderwerpen die op ons af komen (denk aan: economische crisis, inrichting EU, mondiale conflicten). Sommige auteurs markeren het belang van internationalisering, anderen tekenen aan dat dit de Nederlandse samenleving niet ontslaat van het bediscussiëren van de betekenis van internationalisering op nationaal niveau.

Wendbaar omgaan met complexiteit

De essaybundel maakt duidelijk dat het de opdracht aan de politiek is om wendbaar om te gaan met de spanningen tussen nationale en internationale oriëntatie en de inherente complexiteit van een geïnternationaliseerde samenleving. Dat kan in de eerste plaats door internationalisering te omarmen, maar tegelijkertijd de (waarden van de) natiestaat niet uit het oog te verliezen. Ten tweede vraagt het om een bredere blik op internationale aangelegenheden dan de economische bril die nu vaak dominant is. Het nationaal belang is meervoudig. Ten slotte vraagt een productieve invulling en behartiging van Nederlandse belangen om een voortdurende discussie over wat dat belang behelst, niet alleen op internationale fora, maar juist ook op het niveau van de Nederlandse samenleving.

Met bijdragen van: Abdelkader Benali, Arend Jan Boekestijn, René Cuperus, Daan Eijwoudt, Hans Goslinga, Sara Kinsbergen en Lau Schulpen, Virginie Mamadouh, Martin Sommer, Bart Jan Spruyt, Willemijn Verkoren, Rob de Wijk, Jaap de Wilde.