Dat is onze zaak. Over eigenaarschap in het publieke domein

De verhouding tussen overheid en samenleving bij de organisatie van publieke voorzieningen is al geruime tijd onderwerp van debat. In dit debat zijn we het stadium van ‘praten’ en ‘wensen’ inmiddels ruim gepasseerd: zowel in beleid als praktijk wordt gewerkt aan nieuwe, ruimere kaders voor publieke voorzieningen. En het maatschappelijk initiatief bloeit volop.

Tegelijkertijd blijkt het loslaten van oude structuren lastig. De samenleving zal haar voorzieningen immers anders gaan organiseren dan de overheid. Verschillen in toegang, inhoud en financiering zijn het gevolg. En juist die verschillen zijn niet zomaar te rijmen met de historisch gegroeide overheidsverantwoordelijkheid voor publieke voorzieningen, met (rechts)gelijkheid als belangrijkste uitgangspunt.

Kerndilemma

De omgang met verschil lijkt het kerndilemma dat hoort bij een terugtredende overheid. Op papier klinkt dat tamelijk onschuldig. Maar in de praktijk rijzen allerlei prangende vragen. Dat bleek ook tijdens het symposium ‘Accepteer het verschil’ dat RMO en het Ministerie van Binnenlandse Zaken op 6 november 2013 organiseerden. Beleidsmakers, bestuurders en professionals gingen met elkaar in debat. Enerzijds was er weinig onenigheid over de koers van een terugtredende overheid en een intredende samenleving; anderzijds ontwaarden de deelnemers nog veel hobbels en knelpunten om de gewenste verandering daadwerkelijk te realiseren.

Analyse

De RMO heeft Albert Jan Kruiter en Willemijn van der Zwaard gevraagd de bevindingen van het symposium te verwerken in een essay. Het essay ‘Dat is onze zaak’ bevat een analyse van hoe mensen de afgelopen decennia van de publieke zaak vervreemd zijn geraakt. Daarnaast doen de auteurs concrete suggesties om deze ontwikkeling te keren. Ze laten zien hoe verschillende hindernissen die horen bij een terugtredende overheid genomen kunnen worden. En ze wijzen daarbij op de blijvende verantwoordelijkheid van zowel overheid als burgers voor hun gedeelde publieke zaak.