Sturen op gezondheidsdoelen
Sturen op gezondheidsdoelen leidt tot een betere kwaliteit van de gezondheidszorg en betere zorg voor de patiënt. Bovendien vergroot het de effectiviteit van de ingezette middelen, zowel in menskracht als in geld.
Welk probleem lost dit advies op?
Nederland blijft achter in de stijging van de levensverwachting en de verschillen in geleverde kwaliteit van de gezondheidszorg zijn te groot. De kwaliteit van de zorg schiet op een aantal punten tekort. Sturing vindt nu vooral plaats op verrichtingen, niet op de resultaten van behandelingen. Dat kan anders, dat kan beter.
Wat zijn de gevolgen voor de patiënt?
De patiënt en cliënt bespreekt met zijn of haar zorgverlener de te bereiken doelen van de behandeling en zorg. Zij werken samen om deze doelen te bereiken. Daarmee ontstaat er een gezamenlijk belang en kunnen de resultaten beter worden besproken. Door benchmarking stijgt het gemiddelde niveau van de zorgverleners. De kwaliteit van de zorg wordt beter.
Wat zijn de gevolgen voor de zorgverlener?
De relatie tussen zorgverlener en patiënt verandert. De zorgverlener wordt door de patiënt en zorgverzekeraar meer aangesproken op de bereikte resultaten, maar kan ook gemakkelijker leren van zijn collega’s. Uiteindelijk worden resultaten ook financieel beloond.
Wat kost het?
De effectiviteit van elke in de gezondheidszorg gespendeerde euro stijgt, doordat de gemiddelde kwaliteit van de gezondheidszorg verbetert, maar ook elke specifieke behandeling doelgerichter kan plaatsvinden. Meer kwaliteit voor hetzelfde geld.
Wat is nieuw?
Het advies schetst de mogelijkheden van het sturen op gezondheidsdoelen en voorwaarden die daarvoor nodig zijn. De Raad adviseert best practices om te vormen tot integrale sturing op gezondheidsdoelen, en dit te doen op een aantal terreinen waar al procesindicatoren gehanteerd worden.