Beter zonder AWBZ?
Wij gaan in dit advies na wat de betrokken patiënten en hun zorgverleners beschouwen als adequate zorgarrangementen. Vervolgens onderzoeken we in hoeverre scenario 4 de uitvoering van deze adequate zorgarrangementen bevordert of belemmert. We bespreken welke maatregelen eventueel nodig zijn om de voordelen te vergroten en de nadelen te verkleinen. We eindigen met onze conclusies en met aanbevelingen over de te volgen koers.
Welk probleem lost dit advies op?
Wat er met de AWBZ moet gebeuren, nu de zorgverzekering en de WMO haar functies kunnen overnemen. Het antwoord: Opheffen, zodra de zorgverzekering en de WMO goede zorg en ondersteuning kunnen bieden aan mensen met een chronische aandoening.
Wat zijn de gevolgen voor de consument?
De zorg en de ondersteuning voor mensen met een chronische aan-doening kunnen in de zorgverzekering en de WMO beter worden georganiseerd. Hiervoor zijn wel aanpassingen in de zorgverzekering en de WMO nodig.
Wat zijn de gevolgen voor de zorgverlener?
Ketenzorg, casemanagement en ondersteuning door de eerstelijnszorg krijgen een nieuwe impuls. Zorgverleners moeten meer met elkaar gaan samenwerken.
Wat kost het?
Tegenover investeringen in meer en betere samenwerking staan be-sparingen in dure instellingszorg. Tegenover investeringen in de uit-voering van de zorgverzekering en de WMO staan besparingen op de uitvoering van de AWBZ.
Wat is nieuw?
- Zorgvuldige analyse van kansen en risico’s voor patiënten
- Overheid reorganiseert eerstelijnszorg;
- Zorgverzekeraars gaan alle zorg inkopen;
- Een grotere WMO met meer rechtszekerheid;
- Rest-AWBZ niet noodzakelijk.
Het advies is voorbereid door een projectgroep onder leiding van mr. J.P. Kasdorp. De betrokken raadsleden waren prof. dr. J.P. Mackenbach en mr. A.A. Westerlaken (was raadslid tot 31 12 2007).