Arbeidsmarkt en zorgvraag
Bij een krimpende beroepsbevolking en een toenemende zorgvraag zijn ingrijpende keuzes onontkoombaar.
Welke problemen lost dit advies op?
Als de economie aantrekt ontstaan al op korte termijn personeelstekorten in de caresector. Daarom zijn maatregelen nodig om de vraag naar zorg te verminderen (bijvoorbeeld door ondersteunen van zelfredzaamheid en mantelzorg, en inzetten van ICT en andere moderne hulpmiddelen) en het aanbod aan arbeidskrachten te vergroten (bijvoorbeeld door meer deeltijders meer uren te laten werken, ouderen langer te laten werken en concurrerende arbeidsvoorwaarden aan te bieden).
Voor de langere termijn zijn ingrijpende keuzes echter onontkoombaar. Vroeg of laat betekent een tekort aan personeel namelijk ook: inleveren op kwaliteit. Nu investeren in preventie, arbeidsbesparende bouw, een markt voor persoonlijke dienstverlening en kinderopvang is daarom noodzakelijk.
Wat zijn de gevolgen voor de consument?
De consument wordt gestimuleerd zo lang mogelijk zelfstandig te blijven, en krijgt daarvoor ook meer mogelijkheden. Verder wordt voorkomen dat op termijn de kwaliteit van zorg terugloopt omdat er niet genoeg zorgverleners zijn.
Wat zijn de gevolgen voor de zorgverlener?
Zorgverleners kunnen aan het werk in organisaties die zowel care als cure omvatten. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan scholing, carrière, jobrotation, kennisuitwisseling, onderzoek en prestatiebeloning. Zo kan de zorgsector personeel binnenhalen en behouden, en wordt het werk aantrekkelijker.
Wat kost het?
De meerkosten van de uitbreiding van het aanbod worden niet veroorzaakt door de voorgestelde maatregelen, maar door de autonome groei van de zorgvraag. De specifieke maatregel van gratis kinderopvang voor mensen in de zorgsector in de lagere functieschalen kost tussen de 100 en 150 miljoen euro.
Wat is nieuw?
Het agenderen van de relatie tussen kwaliteit en arbeidsproductiviteit in de care, de relatie tussen bouw en arbeidsproductiviteit, en gratis kinderopvang voor mensen in de lagere functieschalen in de zorg.
Dit advies is voorbereid door een projectgroep onder leiding mw. mr. G.P.M. (Gerda) Raas. De raadsleden mw. prof. dr. D.D.M. (Didi) Braat en mr. A.A. (Anton) Westerlaken waren bij dit project betrokken