Winst en gezondheidszorg

Op een paar uitzonderingen na wordt gezondheidszorg in Nederland verleend door particuliere instellingen en beroepsbeoefenaren. De meeste instellingen zijn niet commercieel gericht. Dat mogen ze ook niet, als ze tenminste voor het ziekenfonds of de AWBZ willen werken. Ook de meeste beroepsbeoefenaren werken zonder winstoogmerk. Zij werken in dienstverband en krijgen een loon volgens de geldende CAO.

Dienstverlening voorop, niet winst

Degenen met een zelfstandige praktijk hebben als ondernemer een winstinkomen, maar dat hoeft niet te betekenen dat zij commercieel gericht zijn. Hetzelfde geldt ook voor veel instellingen in de particuliere sector van de gezondheidszorg. Vaak staat niet de winst, maar de zorg- of dienstverlening voorop. Voor commercie moet je in de geneesmiddelensector zijn of bij de kunst- en hulpmiddelen en de medische technologie.

Veranderende situatie

Deze situatie is aan het veranderen. Het aanbod van commerciële zorg neemt toe. Ook reguliere zorginstellingen begeven zich op de commerciële markt. De overheid staat hier huiverig tegenover en werkt commerciële initiatieven tegen. Tegelijkertijd ziet de overheid deze initiatieven als een nuttige luis in de pels van de ‘gewone’ gezondheidszorg en als een reserverreservoir waarop zij bij schaarste kan terugvallen. Het beleid van de overheid heeft daarom iets ambivalents. Gedogen, repressie en benutten wisselen elkaar af. Maar of de overheid dat nu leuk vindt of niet: commerciële zorg is niet meer weg te deneken en neemt in omvang toe.

Advies

Om deze reden adviseert de RVZ de minister om instellingen met een winstoogmerk niet langer wettelijk uit te sluiten, zoals op dit moment de situatie is. De capaciteit van de zorg zal daardoor worden vergroot, zodat minder mensen op zorg behoeven te wachten. Wel zal aan bepaalde voorwaarden moeten worden voldaan die vooral op het borgen van de kwaliteit betrekking hebben. Ook zal de inspectie voldoende moeten worden toegerust om zijn taak op terrein van de kwaliteitsborging te kunnen uit voeren. Ook dit is op het ogenblik niet het geval. De NMa zal toezicht moeten houden op de aspecten van mededinging en prijsvorming.

Het advies is voorbereid onder leiding van de raadsleden Lanphen en Van der Grinten. De heer Kasdorp is de ambtelijk verantwoordelijke voor de totstandkoming van dit advies.