Regionaal werken aan zorg en gezondheid vereist een meer bedachtzame inzet
Sinds enkele jaren lijkt regionaal werken steeds meer dé manier om opgaven aan te pakken op het gebied van gezondheid, zorg en ondersteuning. Of het nu gaat om verkiezingsprogramma’s van politieke partijen, visiedocumenten van veldpartijen, of recent in het Integraal Zorgakkoord en in plannen voor het opzetten van een ‘regionale preventie infrastructuur’: de regio lijkt hét centrale ankerpunt. Met het vandaag gepubliceerde essay ‘De regio als redding?’ roept de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving op tot een meer bedachtzame inzet van de regio. Dat vraagt om een scherper politiek en maatschappelijk gesprek over de beloften van de regio. En over de keerzijden en wenselijkheid van regionaal werken.
Beloften én keerzijden
In haar essay constateert de RVS dat de huidige trend naar meer regionaal werken niet alleen breed wordt gedeeld, maar ook relatief weinig wordt bevraagd. Er is een grote variëteit aan regionale verbanden ontstaan, elk met een eigen afbakening voor specifieke opgaven op het terrein van gezondheid, zorg en ondersteuning. Terugdringen van gezondheidsverschillen, inkoop gespecialiseerde jeugdzorg, De Juiste Zorg op de Juiste Plek, het zijn maar enkele voorbeelden van onderwerpen waarop regionale samenwerking plaats vindt. De grote variëteit brengt uiteenlopende beelden met zich mee over hoe regionaal werken eruit zou moeten zien. Evenals verschillende beloften van een regionale aanpak: het bieden van een oplossing voor coördinatie vraagstukken bijvoorbeeld, of het bundelen van energie en enthousiasme voor preventie. Er klinken ook tegengeluiden, bijvoorbeeld vanwege het risico op regionale monopolies, het ontstaan van onwenselijke regionale verschillen en de beperkte mogelijkheden inspraak van burgers.
Ondanks de hoge verwachtingen van veel verschillende partijen is regionaal werken volgens de RVS niet de magische oplossing voor maatschappelijke problemen. Het kán een manier zijn om uit schurende stelsels te breken of om publieke en private partijen beter samen te laten werken aan maatschappelijke opgaven. Voorwaarde is wel dat verder gekeken wordt dan de beloften. Dat vraagt erom realistischer te zijn over de kansen én de keerzijden van de regio.
Pas op de plaats om vooruit te kijken
Met het essay pleit de RVS daarom voor een meer bedachtzame inzet op regionaal werken. Een pas op de plaats, om met open blik vooruit te kunnen kijken. Dan gaat het om de vraag of regionaal werken de meest zinvolle oplossing is. En over hoe betrokken partijen vervolgens regionaal werken samen vorm en invulling geven. Slechts het formuleren van een regionale visie volstaat niet. Evenmin past het om zomaar regionaal werken vanuit landelijke partijen minder vrijblijvend te willen maken. “Bezint eer gij begint en reken je niet rijk” is wat het essay mee wil geven aan bestuurders, beleidsmakers en anderen die nu in de regio aan de slag zijn. Bijvoorbeeld rond de regioplannen uit het IZA, binnen de jeugdhulp of rondgezondheidsbevordering.
Scherper gesprek nodig over vijf kerndillema's
In de vorm van balanceeracts schetst de RVS vijf dilemma’s bij regionaal werken. We noemen het balanceeracts om aan te geven dat het om een continu proces van balanceren gaat: bewust zoeken naar mogelijkheden om de beloften van de regio voor ogen te houden, zonder keerzijden of andere waarden uit het oog te verliezen. Dat vraagt constante aandacht, reflectie en soms ook scherpe keuzes.
De balanceeracts gaan over:
- de balans tussen maatschappelijke inbedding en formele borging;
- de balans tussen het betrekken van burgers en professionals in co-creatie of representatie;
- de balans tussen een gefocuste aanpak met een brede blik;
- de balans tussen voldoende ruimte en de juiste regels;
- en de balans tussen landelijke regie en regionale vrijheid.
Met het essay in de hand neemt de RVS de komende maanden ook zelf het initiatief om het gesprek te voeren over de balanceeracts en de consequenties ervan voor een regionale aanpak van verschillende opgaven rond gezondheid, zorg en ondersteuning.