Jaarlijkse conferentie 10 oktober 2018 - Zorgen aan de poort
Op woensdag 10 oktober vond de jaarlijkse conferentie van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) plaats in het Museum voor Communicatie in Den Haag. Dit jaar was het thema van de conferentie toegang tot zorg en ondersteuning. De raad is momenteel bezig met een advies over dit onderwerp.
Het plenaire programma werd geopend door Pauline Meurs, voorzitter van de RVS. Zij verwelkomde zo’n 250 deelnemers, waaronder ervaringsdeskundigen, hulpverleners, bestuurders, politici en verschillende kennisinstituten. Aansluitend was het woord aan raadslid Liesbeth Noordegraaf-Eelens. Zij nam alle aanwezigen mee in een ander perspectief op toegang tot zorg en ondersteuning dat de raad aan het verkennen is. De raad onderzoekt wat er nodig is om de toegang tot zorg en ondersteuning niet vanuit het stelsel aan voorzieningen, maar vanuit verschillende hulpvragen van burgers in te richten. Tijdens deze presentatie kwamen diverse andere sprekers aan bod met hun voorbeeld of hartenkreet uit de praktijk: Illya Soffer (directeur Ieder(in)), Han de Jager (wethouder Gemeente Alphen aan de Rijn) raadslid Greet Prins en Marc Lenselink (innovatieconsultant Chipsoft en lid van het RVS talentennetwerk VeRS).
“Mensen bereiken niet altijd de zorg of ondersteuning die ze nodig hebben. Toegangspoorten zijn complex, taal is moeiljk en waar moet je zijn voor welke zorg of ondersteuning? Kan dit niet eenvoudiger?” deze vraag stelde Pauline Meurs bij de opening van de conferentie.
Liesbeth Noordegraaf-Eelens: “Toegang organiseren vanuit een burgerperspectief vraagt uiteindelijk twee dingen van ons allen: de organisatie van toegang volgt in de basis de variëteit aan verschillende typen hulpvragen. De organisatie van toegang is dus pluriform. En als tweede de praktijk van toegang is in staat om flexibel te reageren op wat eigen is aan de persoonlijke hulpvraag van een burger. De praktijk van toegang is dus dynamisch”.
Pieter Hilhorst sprak een slotreflectie uit en Pauline Meurs sloot de middag officieel af.
Kernboodschap
We willen verkennen wat het betekent om een omslag te maken van toegang organiseren vanuit het stelsel aan voorzieningen naar toegang organiseren vanuit hulpvragen van burgers. De veelzijdigheid van dat ‘burgerperspectief’ leidt ertoe dat de organisatie van toegang per definitie dynamisch en pluriform wordt. Oftewel: uit verschillende soorten hulpvragen volgen ook verschillende afwegingen over het organiseren van toegang.
Na het plenaire gedeelte gingen we uiteen naar de werksessies om met het burgerperspectief op toegang te ‘oefenen’. Daarbij maakten we gebruik van twee verschillende ontwerpmethoden. Die aanpak was voor sommige deelnemers een schot in de roos. Voor andere deelnemers was het best even zoeken, vooral naar de verbinding met het advies over toegang. Beide methodieken waren bedoeld om echt bij de belevingswereld van de burger te beginnen en van daaruit te verkennen wat er dan belangrijk is in het zoeken en vinden van de juiste zorg of ondersteuning. Dat leidde er toe dat op lang niet alle tafels ook letterlijk over vraagstukken van toegang is gesproken. Wat hebben de werksessies ons dan opgeleverd?
Opbrengsten werksessies
Het abstracte ‘burgerperspectief’ uit het plenaire gedeelte heeft door de werksessies veel meer vorm en kleur gekregen. We hebben veel informatie gekregen over de emoties, reflexen en gedragingen die aan de orde zijn tijdens de zoektocht naar passende zorg of ondersteuning. Bijvoorbeeld:
- Eén van de casus ging over Ahmed die gelukkig, maar ook min of meer toevallig, op tijd een melanoom ontdekt en daarvoor na enige wachttijd ook behandeld wordt. In het gesprek over deze casus werd meteen duidelijk hoe belangrijk het is dat je betrouwbare en duidelijke informatie weet te vinden. Niet alleen met oog op een juiste en tijdige behandeling, maar zeker ook met oog op de zorgen en onzekerheden van mensen die ziek zijn. Na het deframen en reframen van deze casus kwam er echter iets naar boven dat in deze fase van zoeken nóg belangrijker is dan de beschikbaarheid van goede informatie. Je hebt ook veel belang bij iemand die jouw zorgen serieus neemt, die jij vertrouwt en waar je steeds weer met je vragen terecht kunt. Een brede, kosteloze “ingang” waar je altijd verder geholpen wordt.
- Een andere casus ging over meneer Van Os, die thuis langzaam vereenzaamt, maar niet vindt dat hij zomaar om hulp kan vragen. In de huidige situatie kreeg hij folders van zijn kinderen, die hij beleefd aanneemt maar waar hij niets mee durft te doen. In de gewenste situatie – zoals door één van de tafels uitgedacht – is het mechanisme van het geven van de folder veranderd. Op de folder staat niet meer “U kunt hier hulp halen als u het nodig hebt” maar “We hebben uw hulp nodig”. Op emotioneel niveau verandert dan ook iets wezenlijks voor meneer van Os. Er ontstaat namelijk een gevoel van “Ik ben van betekenis”. Met andere woorden: of je iets komt brengen of alleen iets komt halen doet iets met je ervaring van toegang en toegankelijkheid.
Aan ons nu de taak om deze informatie te vertalen naar het organiseren van toegang en het denken over toegankelijkheid. Ook in algemene zin hebben we daarvoor een aantal waardevolle wenken van deelnemers meegekregen. Een kleine greep:
- We organiseren vaak een complexe oplossing voor een probleem zonder de kern van het probleem helder te hebben. Als je de oplossing klein maakt en dicht laat aansluiten op de belevingswereld van de hulpvrager, zoals in de werksessies, kun je ook meteen beginnen. In de woorden van een deelnemer: “Alle zorgverleners zouden casussen moeten deframen voordat ze eraan beginnen, om te starten bij begrip voor de emoties die iemand ervaart voordat ze problemen gaan ‘verhelpen’ op wijzen die niet bijdragen aan daadwerkelijk herstel (op wat voor manier dan ook) van de cliënt.”
- Het is in zekere zin ‘ongemakkelijk’ om helemaal terug te gaan naar het kleinste niveau van emoties en gedrag in één specifieke casus. Dat ongemak komt terug in de reflex om alles in één keer goed te willen organiseren. Daarbij gebeurt het dan toch nog vaak dat we allerlei aannames doen over passende zorg of ondersteuning zonder de cliënt daarin mee te nemen. In de woorden van een deelnemer: “Wat me opvalt in discussies en ervaringsverhalen over toegang, is dat het heel vaak gaat over wantrouwen jegens de burger. Ik hoop (naïef misschien) dat die wantrouwende houding kan worden losgelaten/omzeild. Dat scheelt volgens mij veel geld en frustratie (bij zorgvragers en zorgverleners).”
Hoe gaat het nu verder?
Met alle opbrengsten van 10 oktober werken wij het idee van ‘toegang organiseren vanuit een burgerperspectief’ verder uit. Dat doen we theoretisch en conceptueel, als vervolg op onze ‘draaischijf’, maar ook praktisch. We willen namelijk verkennen wat een burgerperspectief op toegang kan betekenen in concrete, actuele kwesties waarin systeemreflexen op de loer liggen. Zoals de neiging om in het geval van overschrijding van jeugdhulpbudgetten de drempels rond jeugdhulp te verhogen. Tot welk ander handelingsrepertoire leidt een burgerperspectief op toegang dan precies?
In het voorjaar van 2019 kunt u van ons dus een theoretische uitwerking van ‘toegang vanuit burgerperspectief’ verwachten, met een bijbehorend gespreksinstrument (à la de draaischijf.) Daarnaast presenteren we een drietal casestudies waarin we ons eigen perspectief kritisch toepassen op actuele kwesties. De actuele stand van zaken van dit project kunt u raadplegen op https://www.raadrvs.nl/actueel/adviezen-in-ontwikkeling/toegang-tot-zorg-en-hulp.
Programmaboekje en draaischijf
De kernboodschap kregen alle deelnemers ook mee op een draaischijf . Deze draaischijf geeft de afwegingen weer die bij het organiseren van toegang vanuit verschillende hulpvragen een rol spelen. Het kan een hulpmiddel zijn bij het analyseren van problemen die zich bij een bepaald type hulpvragen voordoen. De draaischijf kan ook gebruikt worden in het gesprek met alle relevante partijen over de organisatie van de toegang op een manier die beter aansluit bij de verschillende hulpvragen die mensen hebben.
U kunt ook het programmaboekje van de jaarlijkse conferentie: Zorgen aan de poort inzien.