Praktijk van verantwoording moet op de schop
Verantwoorden in de zorg moet fundamenteel anders. Het initiatief moet liggen bij zorgverleners die verantwoording afleggen en niet bij de partijen die verantwoording vragen. Daarmee komt verantwoorden in het teken te staan van het verbeteren van zorg en ondersteuning. Alleen zo zal verantwoording bijdragen aan een proces van leren en verbeteren in de zorg. Ook zal het vertrouwen tussen betrokken partijen toenemen en krijgt de patiënt zorg die meer is toegesneden op de persoonlijke situatie. Dat zegt de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving in het vandaag verschenen advies ‘Blijk van vertrouwen. Anders verantwoorden voor goede zorg’.
De nieuwe praktijk van verantwoorden vraagt iets van zorgverleners, bestuurders en toezichthouders. Volgens de Raad moeten zorgverleners instrumenten inzetten als teamreflectie, visitatie en het benutten van feedback van externe partijen als toezichthouders. Het vraagt van bestuurders dat zij investeren in een cultuur van leren en verbeteren, en van interne toezichthouders dat zij bestuurders actiever bevragen op hun eigen inrichting van het verantwoorden. Daarnaast moeten externe toezichthouders actiever de praktijk opzoeken en verbinding zoeken met de zorgverleners. Op die manier kunnen externe toezichthouders hun taken afstemmen op de eigen verantwoording van zorgverleners en zo goed inzicht krijgen in het werk van zorgverleners en de waarden die zij en hun patiënten of cliënten belangrijk vinden.
De nieuwe manier van verantwoorden die de raad voorstelt, stelt zorgverleners in staat om op basis van feedback de eigen werkwijzen aan te passen of anderen te laten zien hoe het ook kan. Het draagt bij aan gezamenlijke besluitvorming door patiënt of cliënt en zorgverlener en het zorgt ervoor dat zorgprofessionals kunnen inspelen op de specifieke context van de zorgvraag.
Download hier het advies ‘Blijk van vertrouwen. Anders verantwoorden voor goede zorg’.